De kracht van verhalen
Niettegenstaande het verdriet dat vaak door het huis sloop, woonde ik in een gezellig nest dat druk werd aangevlogen door neefjes, nichtjes en de kinderen van de buurt. Dat kwam vooral door de zolderverdieping in huis. Die was het domein van de kinderen en evolueerde mee met de verhalen in ons hoofd: van operatiekwartier in een ziekenhuis, legerkantine en doolhof naar theaterzaaltje. Als er bezoek was en met verjaardagsfeestjes speelden we er poppenkast en toneel. Of we voeren er goochelacts op. Mijn moeder bakte na de voorstelling karrenvrachten pannenkoeken; ze naaide de kleren voor de poppenkastpoppen en voor elke rol die we bedachten. Eerlijkheid gebied te zeggen dat het vooral mijn drie jaar oudere broer was die altijd met de wonderlijkste ideeën kwam. Zelf genoot ik vooral als papa naar huis kwam met de nieuwe boeken van de uitgeverij, nog lekker geurend naar drukinkt. Dan was het elke keer graaien geblazen en kroop ik in een stil hoekje.'